Luisterrijk lensmoment: Hazentong (Lepus europaeus)
In de vroege schemering, wanneer de horizon nog in een blauwe sluier gehuld is, komt de haas (Lepus europaeus) tevoorschijn uit zijn schuilplaats, zijn oren scherp, zijn grote ogen een levende spiegel van de wereld om hem heen. Met zijn lange achterpoten maakt hij sprongetjes van verbazingwekkende snelheid, een schaduw die over de velden snelt. Zijn vacht is een mengeling van aardetinten die hem tot een meester van de verborgenheid maken, terwijl hij zich voedt met gras en scheuten, steeds alert op het minste geluid. Als de lucht zwaar is van warmte, komt een haas in een speelse bui plotseling stil te staan en steekt zijn tong uit, alsof hij de zon uitlacht of de lucht wil proeven. Het is een moment van onschuld, van dieper begrip van de vrijheid die hij bezit – en tegelijkertijd een herinnering aan de kwetsbaarheid die zijn onophoudelijke vlucht met zich meebrengt. Hij kijkt even om zich heen, zijn ogen schieten van kant naar kant, en bij de geringste beweging rent hij weer met de snelheid van de wind, een levend symbool van het ongetemde leven van de velden.