Een hutje in het bos
Het is nog donker als we aankomen bij het grote hek dat is afgesloten met een stevig slot. Zaklamp? Eh, ergens ver weg gestopt. Dan maar even met de telefoon bijlichten. Eenmaal binnen het hek de volgende vraag. Welke kant ook al weer op? Hier lijkt een pad te gaan. Ja, maar volgens mij was het de andere kant op. Kijk, hier is ook een pad. Op goed geluk dan maar. Het blijkt het juiste pad te zijn. We lopen langs de vijver. Aan de andere kant is de hut.
Ook hier weer zo’n stevig slot. De telefoons hebben we gelukkig nog bij de hand anders hadden we ook het pad niet gevonden. Is het buiten donker, in de hut is het vele malen donkerder. We kunnen er niet rechtop staan. Zelfs ik niet en zo groot ben ik niet. De telefoons vinden een plekje op de vensterbank, zodat we toch een beetje een idee hebben wat we doen. Twee bij twee is niet erg groot als je met z’n tweeën, bepakt en bezakt, bent en er twee stoelen staan waar we de hele dag op zullen zitten. Eén van de stoelen staat niet op wieltjes, maar op een houten blok. Het lijkt een oude autostoel te zijn. Het maakt het manoeuvreren door de kleine donkere ruimte extra uitdagend, omdat hij zich lastig laat verzetten.
Eenmaal een beetje gesetteld, trekken we het rolluik open om te zien of het al wat lichter is buiten. Als het dat al is, valt het binnen door de beslagen ruit niet echt op. Het regent en wij zijn nat. Gecombineerd met onze lichaamswarmte is het voldoende om een beetje mist op de ruit te hebben. De ventilatoren mogen vol aan de bak om de boel schoon te blazen.
Ik ben erg blij met mijn keuze voor regenlaarzen aan mijn voeten als ik rond de vijver loop om het en der wat leuke takken en boomstronken te plaatsen als zitplek voor de modellen van de dag. Door de aanhoudende regen is de grond rondom de vijver veranderd in een modderpoel. Als ik weer naar binnen ga om mijn vakwerk te bewonderen, blijkt het teveel voor de ruit die net weer een beetje schoon was. Oeps.
Dan maar meteen wat voer leggen op strategische plekken. Het getjilp en gefluit om me heen is niet van de lucht. Het is alsof ze roepen “schiet eens op, we zitten op je te wachten”. Ik heb mijn kont nog niet gekeerd of de eerste brutaaltjes zijn er al. Een stelletje boomklevers. Ze blijken de hele dag door de brutaalste te zijn. Op de voet gevolgd door de koolmeesjes en na een initiële aarzeling ook de grote bonte specht. De pimpelmeesjes, vinkjes en roodborstjes zijn wat bedachtzamer en nemen de tijd om zeker te weten dat er geen gevaar schuilt in wat er dan ook achter dat glas zit.
We klikken er lustig op los. De regen houdt de vogeltjes niet tegen. Ze komen toch wel. En als de zonnepitten op zijn, gaan de boomklevers en de grote bonte specht verder met de nootjes die bestemd zijn voor de eekhoorntjes en die ik blijkbaar niet goed genoeg verstopt heb. Weer wat geleerd. Voordat er een eekhoorntje verschijnt, worden we echter vereerd met een bezoek van broer konijn. Later kijkt ook nog even zijn kleine zusje om de hoek van de fotohut, maar zij stuitert verschrikt snel weg. Kon ze ons zien zitten of schrok ze van haar eigen spiegelbeeld. We zullen het nooit weten.
Als de regen voorbij is, besluit ik het erop te wagen en ga nogmaals naar buiten. Wat takken verleggen, wat pindakaas smeren op die ene tak die ze allemaal links laten liggen en waar ik mijn hoop op gevestigd heb, nog een lange dunne tak in de grond naast de vijver steken voor het geval dat ijsvogelvrouwtje terug komt. Dat gebeurt niet, maar de pindakaas doet zijn werk en eindelijk krijgen we de vogeltjes daar waar ik ze zo graag wil hebben. En dan verschijnt er een eekhoorntje. Hij haalt de nog overgebleven nootjes weg om ze vervolgens een paar meter verder weer onder de grond of in een holletje te stoppen in de hoop ze deze winter nog terug te kunnen vinden als hij ze nodig heeft.
Door het verschijnen van het eekhoorntje, hebben we nauwelijks meer aandacht voor wat er zich verder rond de vijver afspeelt. Met name de grote bonte specht lijkt dat in het verkeerde keelgat te schieten. Hebben jullie nu geen aandacht meer voor mij? Wacht maar, dat zet ik jullie betaald. En hij keert ons meteen de rug toe, zodra het eekhoorntje verdwenen is en wij onze camera’s weer op hem richten. Lekker puh zie je hem bijna denken.
De hele dag door zijn we getuige van diverse schermutselingen. Koolmees tegen andere koolmees, boomklever versus koolmees, pimpelmees en koolmees, pimpelmeesjes onderling, merel tegen merel, roodborst versus roodborst en de bonte specht tegen alles. Hij is groter dan de rest en dwingt zo het nodige respect af. De ruzie tussen de eekhoorntjes zie ik alleen omdat even mijn benen strek achter de hut. Net als die vlaamse gaai hoog in de bomen. De reden waarom we in Drunen zijn. Willen jullie vlaamse gaaien fotograferen, dan moet je dáár zijn.
We sluiten de dag af met badderende vogeltjes. Eén voor één komen ze voorzichtig dichtbij de fotohut omdat daar de beste wasplekjes zijn. Koolmees, pimpelmees, roodborst en zelfs de grote bonte specht trakteren ons op een spetterfestijn. Wat een verwennerij en wat een heerlijke plek om ‘gewone’ vogeltjes te fotograferen. Iets waar ik meer plezier aan beleef dan exoten of bijzondere vogelverschijningen. Gewone alledaagse vogels. Daar wordt ik zo blij van. Ik ga dan ook met een glimlach op mijn gezicht weg in de volle overtuiging hier vaker terug te komen.