Op zoek naar Capreolus capreolus
Het is snikheet. Dagen achtereen zit ik binnen om mezelf te beschermen tegen de brandende temperaturen en al het ongemak dat dat met zich meebrengt. Toch wil ik er op uit. Naar buiten. Het voorjaar is in volle gang en overal om me heen ontluikt nieuw leven. Eksters puberen in mijn tuin. Families huismussen trekken tjilpend door de wijk heen en doen bij tijd en wijle mijn tuin aan. Het kriebelt enorm. Dus toch maar op de fiets gestapt. Heerlijk zolang je blijft fietsen. Erg naar als je afstapt.
En toch doe ik dat. Op een fietspad door de weilanden. Het is midden op de dag. De zon brandt. Maar daar in de schaduw langs de heesters en bomen ving ik een glimp op. Is dit waar? Zie ik dit goed? Voorzichtig en met de verrekijker in de hand, sluipend achter de struiken langs, ga ik stilletjes terug naar die opening waar ik de ontdekking deed. En ja, ik zag het goed. Een dertigtal meter verder loopt een reegeit te grazen. In haar uppie. Zoveel mogelijk in de schaduw blijvend waardoor ze niet opvalt. Ik geniet, ondanks de teleurstelling die ik voel van het niet bij hebben van mijn camera.
Dan een fietser. Nieuwsgierig waarom ik daar sta, stopt hij midden in de opening en in het volle zicht van de ree. Tot overmaat van ramp raakt hij ook nog, weliswaar per ongeluk, zijn fietsbel aan, maar van binnen vervloek ik al die onoplettende mensen die geen oog hebben voor de rest van de wereld. Hij vertelt me dat op dit veldje bijna iedere avond en ochtend wel een groepje reeën staan. Een stuk of drie, vier. En daar verderop bij die villa staan er ook altijd. Maar die worden waarschijnlijk gevoerd. Ik ben heel dankbaar voor de info. Het geeft me een nieuw uitgangspunt om op zoek te gaan naar reeën in het vrije veld en in mijn hoofd ben ik al allerlei manieren aan het bedenken hoe ik ze kan fotograferen. De schuiltent, het camouflagedoek, op de fiets, met de auto. Het komt allemaal voorbij, terwijl de man aan het vertellen is.
Als ik weer terugkijk naar waar ik het reetje voor het laatst heb gezien, is mijn verrassing groot als ik ze daar nog steeds zie staan. Ze kijkt wel op en staart recht naar ons, maar ze is er nog niet vandoor. Blijkbaar zijn de reeën hier wel wat menselijke activiteit gewend. Ook dat geeft hoop. Ze gaat er pas vandoor als de man weer in beweging komt en verder fietst.
In mijn hoofd is de ideeënstroom op gang gekomen en eenmaal weer thuis, besluit ik de volgende ochtend vroeg een verkenningstocht te maken. Ik pak mijn krukje, camouflagedoek en camouflagenet voor de fiets in. Camera met de 100-400 en extra de 1.4x mee. En een flesje water. De monopod gaat achter op de fiets. En zo fiets ik de volgende ochtend om 5 uur in de ochtend weg. Het is al licht. Ik weet dat ik waarschijnlijk te laat ben om mezelf op het veldje gecamoufleerd te installeren. Maar ik kan in ieder geval zien of het klopt dat hier vaker reeën rondlopen.
Het veldje is 5,5 kilometer van huis en ik kan het in een kwartiertje, 20 minuten fietsen. Logistieke informatie. Eenmaal aangekomen bij het veldje zie ik over de struiken heen dat er een reegeit en een reebok lopen. Mijn hart maakt een sprongetje. De volgende drie kwartier probeer ik het een en ander aan benaderingstechnieken uit. Foto's maken zonder de reeën te verstoren en ongewild weg te jagen. Uiteindelijk lukt het me om in de opening van de struiken, maar er wel heel dicht tegenaan, op een krukje te gaan zitten en zo vanaf de monopod een hele serie foto's te maken. Ze weten dat ik er zit. Ondanks de groene kleding en mezelf zo klein mogelijk maken zonder te hoeven liggen, zie ik in alles dat ze mij ook zien. Maar blijkbaar komen ze tot de conclusie dat ik geen bedreiging voor ze ben.
Eindelijk komt een droom van me uit. Zonder gebruik te maken van workshops, fotohutten of andere middelen en methodes die leiden tot een bepaalde vorm van geënsceneerd fotograferen, zit ik hier in het vrije veld om dieren in hun natuurlijke habitat met hun natuurlijke gewoontes te fotograferen. Ik heb het al wat meer gedaan de laatste tijd. Vogels, hazen, maar nu voor het eerst reeën. Het geeft voor mij een extra dimensie aan de beleving. Niet alleen het fotograferen, maar ook het zelf vinden, maakt dat ik er meer uithaal voor mezelf dan alleen de mooie foto's.