Mijn eerste eigen libel
De wekker gaat om vijf uur. Ik hijs mezelf uit bed. Als ik libellen en vlinders wil fotograferen, zal ik wel moeten. Zodra ze opgewarmd zijn door de zon, kiezen ze het luchtruim en kan ik er alleen achteraan jagen. Iets wat ik niet van plan ben. Ik wil ze op mijn gemak kunnen fotograferen, de juiste achtergrond kunnen vinden, de juiste compositie. Dat kan alleen als ze nog koud zijn en niet in staat weg te vliegen.
Ik kleed mezelf aan, pak mijn tas en stap in de auto. Ik weet exact naar welk veldje ik wil. Tien minuten later parkeer ik mijn auto langs de kant. En ik ga op zoek. In de wirwar van grassprieten en bloemen zoek ik naar vormen die wijzen op een vlinder of libel. Het duurt voor mijn gevoel een eeuwigheid en de moed begint me al in de schoenen te zakken als ik een libel ontdek. Een kleine, een gele, mijn eerste zelf gevonden libel. Ik installeer mijn statief en camera en de schrik slaat me om mijn hart. Help, waar zit de libel? Ben ik haar kwijt? Adem in, adem uit. Als ik mijn rust weervind, vind ik ook de libel weer. Ik knip de bloem af waar de libel op zit, plaats deze in de geïnstalleerde plamp en ga aan de slag.
Ik zoek de juiste achtergrond, zoek de sweetspot voor het scherpstellen. Ik experimenteer wat met focus bracketing. Ik laat de libel overlopen naar een andere spriet die ik mooier. Ik stoei net zo lang door tot ze te actief wordt voor me om nog in alle rust foto’s te kunnen maken. Ik laat de libel achter op de top van de spriet die ik voor haar heb uitgezocht. In het zonnetje drogen de laatste dauwdruppels. In alle rust kan ze straks wegvliegen. Terwijl ik nog een tweede poging ga wagen bij de vlinderweide om nog een lieveheersbeestje te vinden. Maar dat is een ander verhaal.