Geluksmomentje: Bijzondere baardman

Het is woensdagochtend. De hele week houd ik de weersvoorspellingen nauwlettend in de gaten. Ik weet van een plek waar regelmatig baardmannetjes gespot worden. Een vogelsoort die nog steeds hoog op mijn verlanglijstje staat. Kleine meesjes die zich vastklampen aan rietstengels op zoek naar voedsel. En daar zit 'em de crux. Rietstengels. Zachtjes ruisend in de wind of volledig plat geblazen door stormkracht. Dat eerste is oké, dat laatste is een garantie voor verborgen vogeltjes. Maar voor deze ochtend is kracht 2 voorspeld. Zachtjes ruisend in de wind. Dus ga ik op pad.

Ondanks dat ik nog nooit op deze plek ben geweest, rijd ik er zonder navigatie naar toe. Zo makkelijk is 'ie te vinden. Ik zie volop grauwe ganzen, knobbelzwanen, blauwe en zilverreigers als ik mijn auto parkeer in de daarvoor bestemde strook. Een torenvalk scheert over mijn hoofd voorbij op zoek naar muizen in de dijk. Ik pak mijn tas, jas en kruk en begeef me naar beneden om door het klaphekje het pad naar de hut te betreden. Dat klaphekje is een uitdaging. Niet gemaakt voor mensen van mijn postuur. Alleen zonder rugzak op mijn rug en mijn buik flink ingehouden, slaag ik erin het obstakel te bedwingen.

Ik prijs me gelukkig dat ik op het laatste moment mijn krukje nog meegenomen heb. In de (openbare) hut is geen gelegenheid om te zitten. Ik ben me nog aan het installeren als ik vrijwel oog in oog kom met een bruine kiekendief. Het vrouwtje speurt de rietlanden af op zoek naar een lekker hapje. Zij schrikt net zo hard van mij als ik van haar. Ze zal de rest van de dag niet meer zo dicht bij de hut komen helaas.

Dan begint het lange wachten. Buiten veel grauwe ganzen, wat meerkoetjes, waterhoentjes, een paar roodborstjes en pimpelmezen. Alles net buiten bereik van mijn 100 tot 400 millimeter. Ik heb de crop camera bij me als backup. Ik heb ook de 1.4 converter bij me, maar deze zet ik liever niet op de camera. Deze dag is voor mij een test met mijn nieuwe camera en nieuwe instellingen en inzichten die ik heb opgedaan. En als de baardmannetjes zich laten zien in het riet direct voor de hut, heb ik niet meer nodig. Dus wacht ik geduldig af.

Dan zie ik een grote vogel omhoog komen uit het riet. Ik grijp direct naar mijn camera en begin te fotograferen. Ik zie dat het een reigerachtige is, maar geen blauwe of zilver. Een paar seconden later landt de vogel een stukje verder uit het zicht in het dichte rietveld. Ik heb mijn foto's, maar wat het is weet ik nog niet. Een snelle check in het veld met een determinatie appje geeft woudaap of roerdomp. Ik besluit te wachten tot thuis om daar de foto's goed te bestuderen. Ondertussen blijf ik wachten.

Ik houd de omgeving in de gaten op alles wat van enige interesse kan zijn als mijn oog valt op een zilverreiger die op drie meter van de weg staat. Fietsers fietsen voorbij en de vogel blijft gewoon staan. Het geeft me de moed om met mijn auto als schuilhut het erop te wagen. In het riet gebeurt niet veel als het om baardmannetjes gaat. Dus ga ik het gebaande pad terug. Onder toeziend oog van de zilverreiger installeer ik me in mijn auto, klaar om langzaam op te trekken en een gokje te wagen. Het komt echter niet zover. Een auto uit tegengestelde richting is teveel voor de vogel en hij gaat er vandoor. Chips.

Na enige beraadslaging met mezelf besluit ik om een stukje door te rijden naar een andere hut die ook bekend staat om baardmannetjes. Misschien heb ik daar meer geluk. De rit ernaartoe is prachtig, maar de hut is niet te bereiken zonder hoge waterdichte laarzen. En laat ik die nou net niet bij me hebben. Dus maar weer terug naar plek nummer één. Daar is het ondertussen spitsuur. Met bezoekers dan, niet met vogels. De baardmannetjes laten zich deze dag niet zien. Ondanks het mooie rustige weer. Ze zullen wel een ander plekje hebben waar genoeg te halen valt.

En die bijzondere baardman? Dat bleek uiteindelijk een roerdomp te zijn. Prachtig!

Vorige
Vorige

Tech-talk: Hoever kan ik gaan

Volgende
Volgende

Een kleine reflectie: De roos