De laatste septembernacht
Het is de laatste dag van september. De herfst is begonnen, en de bladeren beginnen langzaam te verkleuren. In het huis op de heuvel staren twee ogen door beregende ramen naar de buitenwereld. Het laatste licht van de dag verdwijnt achter de horizon. De laatste septembernacht is aangebroken. Nooit zal ze die nog meemaken in dit huis dat haar zo veel heeft gegeven. Haar hart huilt van binnen, vol ongenoegen en verdriet. Haar ogen blijven echter droog, een stil verzet tegen de emotie die haar dreigt te overmannen. Ze zullen het niet merken, haar gevoelens van verlangen naar de oude dagen. Niemand zal ooit weten dat ze niet weg wil, weg uit dit huis op de heuvel dat nu haar toevluchtsoord is. Drie jaren geleden kwam ze hier, gedreven door onbekende redenen. Niemand wist waarom ze hier naartoe gekomen was. Ze wilde hier absoluut niet zijn, maar nu, in deze sombere nacht, wil ze niet meer weg. Het lot bracht haar hier, zoals het lot haar al haar hele leven leidde.
Piepend gaat de zware voordeur langzaam open. Ze glimlacht zachtjes, maar er is een ondertoon van melancholie in haar blik. Het doordringende geluid gaat door merg en been en blijft nagalmen in haar gedachten. Ze is zich er uitermate van bewust dat ze dit geluid, zo kenmerkend voor dit huis, zal missen wanneer ze er niet meer is. Haar gedachten verdwijnen in de ruimte als ze de butler de trap hoort aflopen, zijn voetstappen weerkaatsen op de oude houten treden. Weer zo'n vertrouwd en bekend geluid dat haar terugvoert naar talloze eerdere dagen hier. Het huis is oud en ademt geschiedenis. Ze heeft nooit echt de tijd gehad om zich in de fascinerende geschiedenis van het huis te verdiepen en de verhalen die het vertelt te ontdekken. Vast en zeker kent het vele geheimen, die in stilte zijn toevertrouwd aan de muren, telkens als er niemand in de buurt was. Nu, in dit moment van afscheid, beseft ze dat ze die geschiedenis ook nooit zal leren kennen. Morgen gaat ze weg en zal dit huis langzaam uit haar geheugen gewist worden. Ze zal vergeten dat ze hier ooit is geweest, en dat lijkt de enige manier te zijn om de pijn te verdragen.
Ze hoort voetstappen achter zich, en een onheilspellend gevoel maakt zich van haar meester. Ze voelt een hand op haar schouder, en kan een lichte rilling niet onderdrukken. "Is alles ingepakt?" vraagt hij met een stem die koud en hard klinkt. Hoe anders is het nu in vergelijking met voorheen. Er is niets meer over van de vreugde en hartelijkheid die ooit in zijn stem te horen waren. Ze heeft zo haar best gedaan om te blijven, om hem te ondersteunen en te helpen waar ze kon. Maar hij heeft zich compleet afgesloten van haar. Nu, in dit kritieke moment, is het allemaal voorbij. Ze beseft dat ze niets meer voor hem kan betekenen, en dat doet pijn.
Wordt vervolgd?