Geluksmomentje: Pestvogel

Het is zaterdag, 28 oktober 2023, en de hele week lijkt mijn wereld zich beperkt te hebben tot binnen de muren van mijn huis. Vandaag verlang ik naar de verkwikkende buitenlucht en de vrijheid van beweging. De hemel is gehuld in dreigende wolken. Echter de regenvoorspeller geeft me de moed het erop te wagen. Ik spring op mijn trouwe Boterbloempje en laat me meedrijven door de dansende wind, op zoek naar een nieuw verhaal. De verleiding om langs de altijd verrassende Tichelgaten te fietsen is sterk, maar vandaag kies ik voor een andere weg, een nieuw avontuur tegemoet.

Terwijl de wind door mijn haren speelt, onderga ik een transformatie die bijna tastbaar is. De zwaarmoedigheid glijdt moeiteloos van mijn schouders, als dauwdruppels die van een blad vallen. Zonder vastgelegd plan laat ik me door de uitgestrekte weilanden leiden, steeds verder naar het noorden. Mijn camera en verrekijker heb ik thuisgelaten, doelbewust. Ik wil niet verleid worden tot stilstaan en blijven hangen. Mijn verlangen is voort te bewegen, onverstoord, de sensatie van de wind blijven omarmen.

Terwijl ik Wijhe achter me laat, begint langzaam het besef door te dringen dat ik moet denken over de terugweg. Als ik voor avondeten en donker thuis wil zijn, moet ik niet te ver afdwalen. Maar de aantrekkingskracht om langs de kabbelende wetering te fietsen, richting het gemaal, is onweerstaanbaar. Helemaal bij het gemaal kom ik niet. Ik besluit over het ietwat stijle bruggetje te fietsen om enkele wandelaars te ontwijken. Dit pad voert me in de richting van Windesheim. En net voorbij Windesheim wacht Tichelgaten geduldig op me. Maar als ik die route kies, kan ik alleen over de dijk terug, pal tegen de ongenadige wind in. Geen aantrekkelijk vooruitzicht, dat moet ik toegeven.

Desondanks zwicht ik. Wie weet, misschien tref ik enkele vertrouwde gezichten op het vaste bankje. Dwars door Windesheim, de afslag naar links, en dan de bocht om. Een zee van auto's strekt zich voor mijn ogen uit.  Nou ja, zee. Een meertje. Het zullen wel enthousiaste wandelaars zijn die van het redelijke weer op deze zaterdag willen genieten. Terwijl ik een glimp opvang van het picknickbankje, ontdek ik tot mijn opluchting dat het leeg is. Zie je wel, enkel wandelaars. Ik fiets in opgewekte stemming verder, totdat een gevoel van onrust zich van mij meester maakt. Het bankje mag dan wel leeg zijn, maar enkele meters verder is het bezaaid met mensen. Een georganiseerde excursie? Nee, ik zie niets anders dan indrukwekkende lenzen, allemaal gericht op een ogenschijnlijk onbeduidend boompje aan de overkant van de weg. Nee! Geen bijzondere waarneming! Niet nu ik mijn camera niet bij me heb!

Daar, in de bessenboom zit een pestvogel te pronken. Ik kan me wel voor de kop slaan. Waarom ben ik zo eigenwijs om camera en verrekijker niet altijd mee te nemen. Gegarandeerd dat zodra ik zonder ze op pad ga, er iets wonderbaarlijks moet gebeuren. Ik neem me op dit moment dan ook voor om ze voortaan altijd mee te nemen. Beter mee verlegen dan om verlegen. Teleurgesteld in mijn eigen keuzes fiets ik verder, maar toch getroost door het feit dat ik deze bijzondere vogel heb mogen aanschouwen, voor de allereerste keer in mijn leven.

Bij het krieken van de nieuwe dag heb ik twee keuzes voor me. Gaan of thuis blijven. Deze middag heb ik andere verplichtingen waardoor ik niet urenlang kan blijven hangen. Maar misschien wel lang genoeg, als de vogel nog niet gevlogen is. Binnen een half uur zit ik in mijn auto en rijd richting Tichelgaten. Hopelijk ben ik zo vroeg dat ik dit stukje paradijs voor mezelf alleen heb.

Mijn hoop wordt de bodem ingeslagen. Een menigte van ongeveer twintig fotografen blokkeert de weg. Het smalle weggetje is een labyrint van lukraak geparkeerde auto's geworden. Dit tafereel roept een dubbel gevoel op. Negatief vanwege deze vroege drukte. Positief omdat de kleine gevleugelde charmeur blijkbaar nog steeds aanwezig is. Ik besluit mijn auto aan het einde van de stoet te parkeren en begeef me richting het beroemde picknickbankje. Daar bevindt zich al een groepje "vaste" enthousiastelingen. Met een hartelijke groet stap ik verder, naar de locatie waar de pestvogel zich blijkbaar nog steeds bevindt.

Een aangename verrassing wacht op me. In mijn haast om de vorige dag te ontsnappen, was het me volledig ontgaan dat niet één, maar twee pestvogels zich genesteld hadden in dat bessenboompje. Alle spijt en teleurstelling van de voorgaande dag verdwijnen als sneeuw voor de zon, en mijn camera klikt vrolijk en onvermoeibaar. Deze twee gevederde modellen zijn welwillend en laten zich vanuit verschillende hoeken vastleggen. Helaas kan ik niet eindeloos blijven en na wat gezellig bijpraten met de vertrouwde bende, keer ik huiswaarts met een hart vervuld van voldoening en een geheugenkaart met meer dan 1100 beelden.

Vorige
Vorige

Op de fiets: Quercus, Boterbloempje's kleine broer

Volgende
Volgende

Fotoweetje: Herfstkleuren fotograferen