Varend door de Biesbosch

Het is bijna tien over half vier in de ochtend als het licht van mijn wekker doordringt tot achter mijn oogleden. Langzaam word ik wakker. Nog half slapend hijs ik me uit bed. Poes kijkt verbaasd naar mijn vroege activiteiten. Bak schoonmaken, medicijnen geven, en nemen, wassen, aankleden, proviandtas inpakken.

De straat is in diepe rust als ik iets na vieren in mijn auto stap. Navigatie aan en gaan. Ondanks dit vroege uur ben ik niet de enige op de weg. En na een korte stop bij het tankstation net voor ik de snelweg oprijdt, neemt de drukte op diezelfde snelweg verrassend gestaag toe.

Onverwacht stuurt mijn navigatie mij via een andere dan de gebruikelijke route. Ik heb de vorige dag nog op internet zitten kijken naar mogelijke problemen die ik onderweg tegen zou kunnen komen, maar was tot de conclusie gekomen dat ik probleemloos de gebruikelijke route zou kunnen rijden. De aangepaste route komt dan ook als een totale verrassing. Ik besluit geen risico te nemen en te vertrouwen op de actuele informatie van de navigatie en volg braaf de aangegeven route. Ik knijp ‘em wel een beetje. Deze route is langer en snoept aardig wat van de gereserveerde extra tijd af.

Mijn vertrouwen in de navigatie word gelukkig beloond. Vlak bij de eindbestemming blijkt een heel stuk snelweg afgesloten te zijn. Dat stond niet aangegeven op van a naar beter en zou onherroepelijk geleid hebben tot een te late aankomst voor mij. Gelukkig heeft mijn navigatie mij behoed en mij op tijd naar mijn eindbestemming geleid. Het is iets voor half zeven als ik de haven van Drimmelen binnenrijd. Nu is het wachten op Zus. De gids en kapitein voor de dag staan al te wachten.

De wereld begint langzaam te ontwaken als de boot de golven van de Amer doorklieft. Zus en ik hebben vorig jaar onze spaarpotjes omgekiept om deze tocht met privé gids en kapitein te kunnen maken. Ons hoofddoel is baltsende futen vastleggen op de gevoelige chip. Hoewel ik persoonlijk mijn hoofd niet zal wegdraaien voor elegante knobbelzwanen verwikkeld in hun liefdevolle bindingsrituelen. Of een ree aan de rand van het water. Naast deze noten van mij heeft ook Zus er een paar op haar zang. De eerste ontmoeting van de dag is er echter één die wij beiden niet hadden kunnen dromen. Of stiekem toch wel?

Ik ben niet zeker wie wie als eerste spot, wij de bewoner, of de bewoner ons. Het is voor mij vrij duidelijk dat hij weet dat we er zijn en tot de achtervolging overgaan. En hoewel hij van tijd tot tijd onderduikt en ons laat raden en zoeken waar hij weer boven komt, doet hij geen extreme en paniekerige pogingen om bij ons vandaan te komen. Hij zou liever alleen willen zijn, maar ziet ons niet als bedreigend. Zo leg ik het maar uit voor mezelf. Wij krijgen ruim de tijd om hem te observeren en te fotograferen. Zwemmend door het water op zoek naar wat eetbaars, kort rondsnuffelend tussen bomen en struiken hopend op een lekker poetsplekje en als klap op de vuurpijl knabbelend aan in het water gevallen takken en stammetjes. Het geluid van de tanden die door hout heen bijten. Dan vindt hij een tak die blijkbaar geschikt is om de burcht mee te versterken. Hij sjouwt hem mee door het water om vlak voor de burcht onder te duiken richting benedeningang. Daarmee is voor ons de show over. Maar wat voor een show. Dank je wel bever, we hebben enorm van je gezelschap genoten.

Tijdens dit hele beveravontuur hebben we links en rechts in onze ooghoeken al diverse futenparen ontdekt en ook al wat onderlinge strubbelingen geobserveerd. Nu de bever ons heeft verlaten, kunnen we ons hier volledig op richten.

Met de hulp van onze privé gids, leren we te anticiperen op het gedrag van de opgewonden standjes. “Kijk die gaat nu tot de aanval over richting die. En als de wegjaagactie gelukt is, gaat het paartje even baltsen.” “Zie je die houding? Dat is de admiraalshouding. Erg mooi om te zien en te fotograferen. Maar dan moet ‘ie wel in onze richting kijken. En niet zoals nu met zijn achterste naar ons gekeerd.” En die lieten ze ons best vaak zien.

Een paartje vlak bij de boot besluit over te gaan tot die prachtige baltsrituelen. Maar de omgevallen boom met duidelijke knaagsporen van de bever geeft zoveel afleiding in de foto's, dat deze uiteindelijk niet bruikbaar blijken. De kapitein probeert met al zijn stuurmanskunsten de boot zo te draaien dat we de boom niet meer in beeld hebben. En dan verdwijnen de futen onder water. Story of our life. Of wacht, nee toch niet. Ze komen weer boven met plantjes in hun snavel en maken ons getuige van hun bijzondere pinguïndans. Het is stil op de boot. In opperste concentratie leggen we het tafereel vast. Zonder geklik. Dat kan tegenwoordig. Er zit geen spiegel meer in de camera die op moet klappen. Toch zijn er blijkbaar mensen die niet zonder dat geluidje kunnen. Daarvoor hebben camerafabrikanten een nepgeluidje in de camera's geprogrammeerd. Zo kun je toch nog met een klikgeluid foto's maken ... en eventueel aanwezige vogels of ander wild wegjagen. Gelukkig hebben we daar met onze privétocht geen last van.

We doorklieven de kreekjes van de Aakvlaai en worden regelmatig getrakteerd op onderlinge schermutselingen die tot baltsrituelen dreigen te verworden. Helaas leiden er geen een tot een nieuwe pinguïndans. In de verte zien we ook nog wat kuifeendjes en zelfs een paar zaagbekken. Het lukt ons echter niet voldoende dichtbij te komen om mooie plaatjes te schieten. De knobbelzwanen zijn opvallend afwezig. Maar de futen maken die afwezigheid ruimschoots goed.

Dan valt mijn oog op één van mijn noten. Een reebokje aan de rand van het water. Ik richt mijn camera, maar het lukt me niet te focussen. Rietstengels en heesters onttrekken het beestje teveel aan het zicht en mijn camera weet niet wat ik wil. Het reetje zelf schrikt van alle aandacht en besluit het hazepad te kiezen tussen de bomen door weg van het water. Wij hebben het nakijken. In de verte zie ik het reetje van het reetje verdwijnen. Ik heb geen enkele foto. Snif.

Bij het kleine haventje aan de noordkant van de Aakvlaai zijn blauwe reigers druk in de weer met het opkalefateren van hun nesten. Ze vliegen af en aan met takken in hun snavel waarmee ze hun bouwkunsten kunnen botvieren. Al snel krijgen we de kunst te pakken van het oppikken en volgen van zo'n vogel met onze camera. Onze geheugenkaarten raken voller en voller.

Na een paar uurtjes gevaren te hebben, gaan we voor een korte stop aan land bij het Bruggetje van Sint Jan. Over dit bruggetje hebben in de Tweede Wereldoorlog vele mensen uit het bezette noorden van Nederland hun vrijheid gevonden in het bevrijde zuiden. Het is een plek waar de Cetti's zanger zich altijd laat horen, maar nooit laat zien.

Verder varend richting de Zuiderklip schiet er regelmatig een ijsvogeltje voorbij. We zien ook buizerds en kiekendieven vliegen. Op het water zelf is het rustig. Pas bij de Zuiderklip krijgen we nog wat futen voor de lens. En hoewel een vrouwtje ervoor gaat liggen, zodat ze bestegen kan worden door het door haar uitgekozen mannetje, heeft deze laatste wat toneelvrees lijkt het. Het heeft er alle schijn van dat hij niet kan presteren met publiek. Iets wat wij toch wel een beetje jammer vinden. Het hadden mooie foto's kunnen zijn.

Rond het middaguur zijn we weer terug in de haven. Lekker uitgewaaid en met een flinke frisse neus keren we huiswaarts. Op weg naar de netelige taak van het foto's selecteren en bewerken.

Vorige
Vorige

Geluksmomentje: Stoeien in de lucht

Volgende
Volgende

Tech-talk: Hoever kan ik gaan, een test in de buitenlucht