Op zoek naar Capreolus capreolus, editie Buurserzand

De wind ruist door de bladeren. Grashalmen wiegen zachtjes op en neer. In de verte blaft een hond. Ik zit al een paar uur samen met zus in relatieve stilte te wachten. Wachten op wat gaat komen. Als er al iets gaat komen. Vorige week hadden we geluk. Hoe zal vandaag gaan?

Wachten op Capreolus capreolus ergens in een verborgen hutje op het Buurserzand. Vorig jaar waren we hier voor het eerst en werden we getrakteerd op de aanwezigheid van één reegeit. Vorige week hadden we er maar liefst twee én een reebok. Vandaag blijft het akelig rustig.

Uitzicht vanuit de hut

Net als vorige week zijn we vandaag weer getuige van de vele vlindertjes die dansen boven het veld. Witte, rode, donkere en af en toe iets geligs. De afstand blijft helaas steeds te groot om de soort te kunnen onderscheiden.

Vanochtend op de fiets heb ik wel het geluk van Capreolus capreolus gehad. Vier keer maar liefst. Eerst een reegeit op een veldje waarvan ik ondertussen weet dat ze zich daar vaker laten zien. Vervolgens, met iedere keer enkele kilometers ertussen, drie reebokken. De ontmoeting met de eerste van die drie, was wel de mooiste van allemaal. Ik kom de hoek om gefietst net als de bok uit de bosjes tevoorschijn springt op de weg. Een moment lang zijn we allebei stil en wegen we onze mogelijkheden. De bok neemt zijn beslissing iets rapper dan ik. Met snelle maar gracieuze sprongen verdwijnt hij aan de overkant van de weg weer in de bosjes. Een moment wat me opnieuw serieus laat overwegen een cameraatje voor aan mijn fiets te monteren. Om dit soort momenten voor mezelf te bewaren en terug te kunnen kijken.

Het gaat ondertussen richting zeven uur. Met iedere minuut die verstrijkt, wordt de kans kleiner dat we vanavond kunnen genieten van Capreolus capreolus. Misschien hebben we over drie weken meer geluk. Als we weer een aantal uren in deze hut gaan doorbrengen.

Tegen acht uur krijgen we een paar minuten de gelegenheid om, op afstand, te genieten van de aanwezigheid van een zwarte specht. Helemaal aan de overkant van het veld. Af en toe horen we ook wat duiven koeren. Voor de rest is het hier opvallend stil. Een mooie tijd om een paar pijnstillers te slikken, zodat ik de terugweg redelijk pijnvrij kan afleggen. Een half uurtje in laten werken en dan op pad.

Ree

Maar wat is dat? Net voor we willen gaan, duikt links van de hut vanuit de struiken toch nog een reebokje op. Hij ploft meteen neer in het lange gras en gaat rustig liggen herkauwen.

Vanaf mijn plek in de hut, kan ik hem net zien. Zus zit links van mij en haar uitzicht op de ree wordt ontnomen door een grote braamstruik. Dus zo stil mogelijk en met enige moeite haal ik mijn fototas van het bankje waar ik op zit en verplaats mijzelf een stukje naar rechts, zodat zus op mijn plek kan zitten en ook nog wat foto's kan maken. En terwijl ik op die verdere plek naar rechts zit, ontwaar ik naast de reebok nog een paar oren in het lange gras. Er staat een reegeit bij!!! Eh, nee. Even later springen de oren weg en zien we duidelijk de haas eronder.

Ons geschuif in de hut heeft de reebok toch wat onrustig gemaakt en hij was al overeind gekomen. Nadat de haas verder gesprongen is, houdt ook hij het voor gezien. Maar hij was er net lang genoeg voor ons om te kunnen genieten en vastleggen op de gevoelige chip.

Ree
Vorige
Vorige

Op de fiets: Ten zuiden van Deventer

Volgende
Volgende

Op de fiets: Naar kroondomein Het Loo en terug