Geluksmomentje: Close encounter met een pimpelmees

Mijn eerste fotohut van het nieuwe jaar. De bedoeling was dat het de laatste van het vorige jaar zou zijn, maar helaas gooit een minuscule bacterie roet in het eten. Dus vandaag in de herkansing. Een paar dagen terug zie ik dat de hut nog vrij is deze dag en de weersvooruitzichten zijn goed. Dus pak ik mijn kans.

Het is nog donker als ik bij de hut arriveer. Het valt niet mee mijn weg langs de velden en door het bos te vinden in deze omstandigheden. Ik merk dat ik op dit vroege uur zoveel geluid produceer dat eventuele vroege vogels in de vorm van reeën zeker op de vlucht zullen slaan, als ze al aanwezig zijn in dat ene veld aan de andere kant van de bosstrook. Toch zal ik ze nog zien vandaag op een totaal onverwachte plek en een opvallend moment. Maar daarover later meer.

Al struikelend kom ik bij de hut aan en drop ik mijn spullen binnen alvorens het camouflagenet voor het glas te verwijderen. Dat geeft me de gelegenheid te zien of er buiten iets noemenswaardig gebeurd terwijl ik binnen mezelf aan het installeren ben. Maar door de kou buiten en de warmte die van mijn lijf dampt binnen, beslaat de ruit binnen no-time en ik kan niets anders doen dan de zijklepjes openzetten met de ventilator aan.

Van de eerdere weersvoorspelling is weinig overgebleven en ik ga een grauwe, grijze dag tegemoet. Dat beperkt de tijd om te fotograferen. Actiefoto’s zullen helemaal uitgesloten zijn. Ik wacht een behoorlijke tijd voor ik me weer naar buiten begeef om de set in orde te maken en de ontbijttafel te dekken voor de gevleugelde en andere bewoners van dit stukje bos. Er wordt op mij gewacht. Woelmuisjes schieten links en rechts aan mij voeten voorbij. Merel en roodborst zitten me op minder dan een meter aan te kijken met een blik van “ben je daar eindelijk”. Er wordt al gesmuld voordat ik in de hut achter mijn camera zit. Rondom de vijver neemt de bedrijvigheid toe.

In de documentatie van de hut lees ik dat een eventuele tweede voerronde het beste rond één uur gedaan kan worden. Maar om half twaalf besluit ik niet tot dat tijdstip te wachten. Het is het lichtste moment van de dag, rond één uur neemt de lichtintensiteit alweer af. Beter gebruik maken van het licht zolang het kan.

Op een rustig moment verlaat ik de hut om de ontbijttafel aan te vullen. Opnieuw merel en roodborst op minder dan een meter. Kool en pimpelmezen hebben positie genomen in de heesters bij de ingang van de hut. Ik gooi wat pitjes op de grond voor mijn voeten. Merel en roodborst pikken ze op, onder luid protest van enkele pimpelmezen. Het geeft me het idee hun durf te testen. Ik neem wat pitjes in mijn hand en strek mijn arm uit. Wie o wie durft. De protesten verhevigen terwijl ik geduldig wacht. En warempel, na enkele mislukte pogingen landt er een waaghalsje op mij hand. De pimpel pikt een pitje en vliegt vliegensvlug weer weg. Wat een heerlijk moment!

En hoe zit het dan met die reetjes? Die schrikken van me en springen snel verder het bos in. Het is maar een fractie van een seconde en het moment is voorbij. Ze staan op een metertje of tien, twintig achter de hut als ik eruit kom om naar huis te gaan. Mijn spullen ingepakt en de hut en setting schoon achterlatend. Ik maak geen enkele kans om dit moment vast te leggen op de gevoelige chip, maar de herinnering is blijvend. Witte reetjes die verdwijnen tussen de bomen.

Vorige
Vorige

Een kleine reflectie: De roos

Volgende
Volgende

Mooiste ontmoetingen in 2023